Daarom de vraag: Is dit hoog percentage van woning-eigenaars
goed? Of net niet?
In de Verenigde Staten werd deze vraag, naar aanleiding van het instorten
van de vastgoedmarkt, bestudeerd en men kwam tot bevinding dat een toename van
1 % van woningbezitters snel correleerde met een toename van de werkloosheid
met (iets meer dan) 1 %. {*}
In België (straks in Vlaanderen) gaat men er standaard gewijs van uit dat
het bezitten van een huis de beste bescherming is tegen het vallen in armoede
en de beste spaarpot voor de oudere dag. Wanneer men gevolg en oorzaak omdraait
is de stelling daarom niet automatisch juist. Is men arm dan is deze armoede de
oorzaak dat men geen woning kan kopen, maar niet het gevolg ervan. Zoals
hierboven aangehaald (men dient wat te nuanceren, de VS is nog Europa niet)
blijkt er een positieve correlatie te bestaan tussen een stijgend aantal
gezinnen die hun eigen woning bezitten en, op middellange termijn, een hogere
werkloosheid. Daar is een logische hypothese voor. Een hoog percentage
woning-eigenaars leidt naar minder flexibiliteit en mobiliteit op de
arbeidsmarkt, hogere verkeersdensiteit door woon-werk-school verkeer met vele
verloren werkuren als gevolg.
Vandaag zijn de intresten, en bijgevolg de maandelijkse hypotheek
aflossing, zeer laag. Daar bovenop zorgt de woonbonus ervoor dat een gezin van 2verdieners
beschikt over een extra netto stimulans t.w.v. een slordige 250 € per maand.
Een hoger koopbedrag wordt daardoor mogelijk. Je bent niet de enige koper op de
markt. De wet van vraag en aanbod is hier dan ook van toepassing. De
onderliggende concurrentie zorgt ervoor dat het prijzenpeil van de woningen die
op de markt komen zeer snel een nieuw en hoger evenwicht vinden. De extra
gecreëerde marge speelt niet in het voordeel van de kopers. Het zijn de
verkopers van huizen en de hypotheekverstrekkers die het voordeel afromen. Per
saldo heeft de woonbonus geen cent opgebracht voor de koper.
De grote verliezers zijn in eerste instantie de belastingbetalers. Zij
dienen immers het snel groeiende budget voor de woonbonus te financieren. Maar
dit kan je nog onder de titel “keuzes in het herverdelen van de middelen”
classificeren, een socio-politieke keuze.
(wie heeft zal krijgen, wie geeft krijgt niets)
Op de onderste ladder van de woonmarkt vindt men deze huurders die niet of
zeer moeilijk een woning kunnen kopen en aangewezen zijn op de huurmarkt. De
hoger vastgoedprijzen vertalen zich in hogere huurprijzen en dit vnl. ten laste
van deze gezinnen die het moeilijk hebben en net geen toegang vinden tot de sociale
huurmarkt.
Er is slecht één conclusie mogelijk, weg met dat ding (woonbonus) maar
dan wel geleidelijk zonder de vastgoedmarkt te verstoren.
{*} Does High Home-Ownership Impair the
Labor Market? David G. Blanchflower, Andrew J. Oswald NBER Working Paper No.
19079 Issued in May 2013
We explore the hypothesis that high home-ownership damages the labor market. Our results are relevant to, and may be worrying for, a range of policy-makers and researchers. We find that rises in the home- ownership rate in a U.S. state are a precursor to eventual sharp rises in unemployment in that state. The elasticity exceeds unity: a doubling of the rate of home-ownership in a U.S. state is followed in the long-run by more than a doubling of the later unemployment rate. What mechanism might explain this? We show that rises in home-ownership lead to three problems: (i) lower levels of labor mobility, (ii) greater commuting times, and (iii) fewer new businesses. Our argument is not that owners themselves are disproportionately unemployed. The evidence suggests, instead, that the housing market can produce negative ‘externalities’ upon the labor market. The time lags are long. That gradualness may explain why these important patterns are so little-known.
We explore the hypothesis that high home-ownership damages the labor market. Our results are relevant to, and may be worrying for, a range of policy-makers and researchers. We find that rises in the home- ownership rate in a U.S. state are a precursor to eventual sharp rises in unemployment in that state. The elasticity exceeds unity: a doubling of the rate of home-ownership in a U.S. state is followed in the long-run by more than a doubling of the later unemployment rate. What mechanism might explain this? We show that rises in home-ownership lead to three problems: (i) lower levels of labor mobility, (ii) greater commuting times, and (iii) fewer new businesses. Our argument is not that owners themselves are disproportionately unemployed. The evidence suggests, instead, that the housing market can produce negative ‘externalities’ upon the labor market. The time lags are long. That gradualness may explain why these important patterns are so little-known.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
directmakelaar is een vernieuwde makelaar. Inspraak van éénieder is voor ons belangrijk.
Hoe kunnen wij dnze service verbeteren, hoe kunne wij ons als immo kantoor opnieuw uitvinden.