dinsdag 17 april 2012

Woonbonus onzekerheid maakt ruimte voor hernieuwd vertrouwen op korte termijn

Drukte tot einde 2013, maar twijfel vanaf 2014 bij de verkoper
De Particuliere Vastgoedsentiment (PVS)-index klokte begin april 2012 af op 1,13 met slechts 18 % van de eigenaars die hun initiële verkoopprijs lieten dalen. Tegenover februari ’12 (0,93 en 25 % wijzigingen) wijst dit op een groeiend vertrouwen, wat terug te brengen is tot het wegebben van de onzekerheid rond de woonbonus. De cijfers zijn wel nog een stuk verwijderd van het optimisme op het einde van het 1ste kwartaal 2011 (1,44 en 16% wijzigingen). Het komende anderhalf jaar kondigt zich eerder als druk aan maar de twijfel over wat nadien volgt, blijft vooral voor de verkoper.
De belofte dat de huidige ‘woonbonus’ blijft of toch in vergelijkbare vorm zal overgenomen worden door de Vlaamse regering heeft de rust schijnbaar terug gebracht. Zowel verkoper als koper weten nu waar ze staan en dat tot dan alles blijft zoals het was voor wie koopt voor het einde van 2013. Wat daarna volgt, blijft vandaag koffiedik kijken. Wie op veilig wil spelen verkoopt/koopt vandaag en best enkele maanden voor de huidige ‘woonbonus-cadeau’ afloopt. Als we zien hoe de btw-invoering op notarisaktes einde 2011 de notariskantoren extra werk gaf, dan mag verwacht worden dat het einde 2013 extra aanschuiven zal worden in de wachtzaaltjes van de notariskantoren.
Relatieve zekerheid op korte termijn voor koper, twijfel op langere termijn bij verkoper
De prijs van de woning wordt in zeer belangrijke mate bepaald door wat de koper KAN betalen en de banken KUNNEN financieren. De koper die in meer of mindere mate werkzekerheid heeft, kan dus ten volle gebruikmaken van de historisch lage hypotheekrente. De banken bieden daarenboven meer en meer flexibele leningsformules aan, geschreven op maat van de koper en flexibel naar mogelijke toekomstige wijzigingen in werksfeer en gezinssituatie. Zeker kleinere (starters)woningen en middelgrote woningen blijken momenteel prijsvast te zijn. Grotere en dus duurdere woningen liggen moeilijker in de markt en hier is de kans op min of meer ernstige prijscorrecties realistischer. Dit effect wordt nog versterkt omdat dit soort woningen steeds minder voldoet aan de woonwensen van de nieuwe en jongere kopers.
De twijfel op langere termijn situeert zich dan ook eerder bij de verkoper. Deze dient er zich immers van bewust te zijn dat de jaar-op-jaar stijgingen van de waarde van de woning van 6 tot 9 % er de komende jaren niet meer inzitten. Hij of zij zal zich steeds meer dienen tevreden te stellen met het volgen van de inflatie. Indien de woonbonus voor de koper vanaf 2014 bovendien vervangen zou worden door een meer selectief subsidiëringsysteem (bijvoorbeeld ter subsidiëring van de kopers die vandaag net onder de grens zitten van “kunnen kopen”), dan dient de verkoper er wel degelijk rekening mee te houden dat het stukje van de oude woonbonus hem niet meer ten goede zal komen. De kopers, tweeverdieners met kinderen, kunnen vandaag bij aankoop immers rekenen op een bonus van bijna 6.000 euro/jaar, die zij kunnen aanwenden bij de aflossing van hun krediet. Valt dit weg, dan heeft dat dadelijk een weerslag op de maximale aankoop- (en dus ook verkoop)prijs van de woning.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

directmakelaar is een vernieuwde makelaar. Inspraak van éénieder is voor ons belangrijk.
Hoe kunnen wij dnze service verbeteren, hoe kunne wij ons als immo kantoor opnieuw uitvinden.